Geschiedenis

Ter gelegenheid van het 60 jarig bestaan in 1970, schreef oud Vortummer Piet(je) van Kempen een boekje over de geschiedenis tot dan toe.

Fanfare St. Cornelius in de Historie

Oprichting:

In de jaren voor 1910 loopt het hoofd van de school uit die dagen, de heer Köpp, al lang met een gedachte in het hoofd om een muziekgezelschap op te richten. Hij organiseert besprekingen en vergaderingen o.a. ten huize van Bert “de köster”, de heer B. Ermers, de toenmalige koster van de kerk. Daar ook werden voor de oprichting van de fanfare zangrepetities door de heer Köpp gehouden in de vorm van een soort testen op muzikaliteit voor eventuele fanfareleden. De wederhelft van dit oprichtingsteam was de Zeereerwaarde Heer Pastoor Van de Looveren.
 

 


Deze twee oprichters en initiatiefnemers van de fanfare, de heer Köpp en de zeereerwaarde Heer F. v d Looveren, richtten een commissie op om geld te verzamelen en om andere organisatorische problemen op te lossen, bestaande uit de heren H. Boumans, R. Huibers, Ant v d Bosch, P. Lemmens, L. Gerrits en L. Jacobs. Deze heren kregen van de inwoners het bedrag van ƒ 450,-- bijeen en het kerkbestuur deed er nog eens 100 gulden bij. Men schafte in den beginne 12 instrumenten aan, die Pastoor van de Looveren uit Brussel, van de fabriek “Mahillon” had laten overkomen. Deze instrumenten werden aan de pastorie, door de pastoor uitgedeeld. Al gauw werd het aantal muzikanten uitgebreid omdat meerdere mannen de begeerde 10 gulden bezaten waardoor men een instrument kreeg toegewezen. In het begin nam de heer Köpp zelf de dirigentstok ter hand, het geen een alles behalve gemakkelijk karwei was. Het zaakje liep gesmeerd en de fanfare genoot veel sympathie bij de inwoners van Vortum-Mullem. Een groot man in deze begindagen van de fanfare was ongetwijfeld Pastoor van de Looveren, die alle parochianen aanspoorde tot morele en financiële steun aan de fanfare. De repetitie’s van de fanfare o.l.v. de heer P. C. Köpp werden gehouden in de toenmalige Lagere School, in de Steeg, het huidige huis van de heer P. Jansen.

Het bestuur bij de oprichting zag er als volgt uit: Zeereerwaarde Heer Pastoor Van de Looveren, beschermheer, en de heren L. Gerrits, H. Boumans en L. Jacobs.

Eind 1910 geeft dirigent de heer Köpp echter al gauw zijn dirigentschap, omdat het hem te moeilijk wordt, over aan de heer J. van Oeffel uit Boxmeer. Voor een zeer korte wijle nam hierna de heer C. Clabbers de dirigentstok ter hand.

Plm. 1912 neemt de heer Janssen, hoofd der school uit Afferden, de leiding over van zijn voorganger. De heer Janssen genoot als directeur grote bekendheid en hij wist als dirigent de fanfare op een zeer hoog muzikaal peil te brengen. Als dank voor deze prima leiding toog de Vortumse Fanfare op eigen initiatief naar Afferden om de dirigent te verrassen met een serenade. Het eerst dat men aan een festival deelnam was in 1920 en wel bij de heer M. Nelissen in de boomgaard. Hieraan namen vele andere corpsen uit de omgeving deel.

Hierna togen de Vortumse muzikanten naar vele festivals in de omgeving. O.a. trok men naar Overloon, Oploo, Velden en ook Boxmeer.

Ondertussen werd de verjaardag van de Pastoor nooit vergeten. Immers op de verjaardag van de Parochieherder trok en trekt men nog elk jaar naar de pastorie om de beschermheer de muzikale gelukwensen aan te bieden.

Het mag een geluk voor de fanfare heten, dat Pastoor van de Munckhof, onze tegenwoordige parochieherder, zich een waardig opvolger van Pastoor Vossen en indirect van de oprichter en grote inspirator Pastoor van de Looveren toont.


1920

In het jaar 1920 wordt de heer Janssen als dirigent opgevolgd door de heer J. Schambergen uit Boxmeer.

Deze dirigent vormt een hoofdstuk apart in de geschiedenis van de fanfare. Nl. door deze man kreeg de fanfare zijn grote naam en bekendheid. De heer Schambergen zette de leden aan tot intensief repeteren en hij kon zeer goed opschieten met de leden. Onder zijn directeursschap nam men ook voor het eerst deel aan een concours, nl. in Oisterwijk, waar men meteen de eerste prijs behaalde in de derde afdeling. Een ongekend enthousiasme was er bij de leden en de dorpsgenoten. Dan volgde Zaltbommel, waar in de tweede afdeling weer een eerste prijs werd behaald en wel met het hoogst aantal punten van het concours.

Als men bedenkt dat een dergelijk concours vier dagen duurde, door de grote deelname, dan weet men dat dit voor een kleine dorpsgemeenschap als Vortum-Mullem een grote prestatie was. Onder leiding van deze bekwame dirigent ontplooiden zich ook een aantal solisten, die op concoursen successen boekten. O.a. waren dat Th. Nelissen, H. Kuipers, G. van Bree, M. van Kempen en J. Ermers. Deze heren voerden hun werken op concours uit met begeleiding van de heer G. Kusters uit Sambeek.



De repetities werden in deze dagen gehouden in het Parochiehuis, dat stond op de plaats van de huidige pastorie. Ook trok men in deze tijd met een tiental blazers ter bedevaart met burgers uit het dorp en ook van buiten het dorp. Men bezocht nl. het bedevaartsoord Kevelaer in Duitsland. Een naam die men reeds in deze periode van het Vortumse muziekleven niet kan weg denken is die van Ant. Keysers. De man die de jeugdige leden opleidde tot volwaardige blazers en ze dan afleverde aan het korps.

Ook nam men in deze tijd nog deel aan een concours te Boxtel. Van een uniform of zelfs van een uniformpet was weinig sprake. Het enige waar men de Vortumse blazer in die dagen op concours aan kon kennen was een sporadsche bolhoed.

In de geschiedenis van de fanfare stonde elk jaar weer optredens in de processies. Zo was daar de 16 de september, feest van de H. Cornelius. Dan was de kerk te klein en stonden de mensen tot op de stoep, ook mensen van buiten Vortum-Mullem. Pastoor van de Looveren stond als een man in de branding en vierde dit kerkelijk feest met medewerking van de fanfare, die dan in de kerk blies. Pastoor van de Looveren was trots op de fanfare, “mijn jongens”, zoals hij die placht te noemen. Toen de fanfare terugkwam van een concours en de pastoor de uitslag al wist, voor de thuiskomst, ging hij zijn jongens tegen in het veld en riep met luide stem: ”Amsterdam en Vortum hebben de eerste prijs, die zijn kampioen”. Wanneer het een uitvoering, serenade, festival of concours betrof, altijd was deze grootse beschermheer in de eerste gelederen te vinden.

Terug naar de fanfare zelf.

Zilveren jubileum:

Directeur Schambergen was ook nog directeur toen de fanfare in 1935 haar zilveren jubileum vierde.

Bij het zilveren jubileum bestond het bestuur uit: Pastoor van de Looveren, beschermheer, P.J. Stevens, president en P. Wientjens en Ant. van de Bosch, bestuursleden.



In dit jaar werd op 30 mei en 2 juni het 25 jarig bestaan herdacht met een groot nationaal concours. Hieraan namen niet alleen deel harmonie- en fanfaregezelschappen, maar ook enkele accordionverenigingen en niet alleen gezelschappen uit de naaste omgeving maar ook ver buiten de provincie, o.a. deden verenigingen mee uit Maarseveen (Utrecht).

Toneel.

Ondertussen slaagden de leden van de fanfare er elk jaar, een en soms twee keer, in, de donateurs een goede toneelavond voor te schotelen. Samen met de muzikale inleiding van de fanfare betekende dit voor vele inwoners een zeer genoeglijke avond. Onder leiding van P. Lemmens, M. van Kempen, Th. Jacobs en J. Thissen slaagde men erin deze traditie elk jaar te handhaven tot het jaar 1962. In dat jaar moest men voor de eerste keer, wegens gebrek aan eigen spelers, de toneelgroep uit Venray laten komen.

Pastoor van de Looveren in memoriam

Een grote slag voor de fanfare. Pastoor van de Looveren, de grote oprichter, inspirator en stimulator van de fanfare overlijdt op 84 jarige leeftijd in het jaar 1939.

Nog een donker punt in deze dagen en ook in de hele geschiedenis van de fanfare was het plotselinge overlijden van dirigent, de heer Schambergen.

Na de dood van de heer Schambergen moest men dus naar een nieuwe dirigent uitzien. Men vond die in de persoon van de heer H. v/d Kroonenberg. Met grote ambitie wijdde de heer v/d Kroonenberg, momenteel volop werkzaam bij verscheidene korpsen, als dirigent van zeer groot allure, zich aan zijn taak. Hij slaagde erin met de fanfare zeer fraaie successen te behalen.

Maar tussen dit alles door kwam, als een bliksemschicht, in mei 1940,

De oorlog.

Weg fanfare, weg muziek, weg instrumenten, want evenals de meestejonge leden, moesten ook de instrumenten onderduiken. Dat was echter niet het ergste, als een noodkreet ging op 27 sept. 1944 de tijding doot het dorp dat alle inwoners moesten evacueren. Slechts het hoognodige kon worden meegenomen. Alles wat achterbleef viel in handen van de plunderende vijand en daartoe behoorde ook bijna alle muziekinstrumenten.

Nadat de bevrijding van ons dorp een feit was geworden en de mensen van hun angstige en vaak moeilijke evacuatietocht in hun grotendeels verwoeste huizen waren teruggekeerd, duurde het niet lang of ook de fanfare werd nieuw leven in geblazen. Dankbaar moet hier gewag worden gemaakt van de grote medewerking van de inwoners, die zich hier en daar grote geldelijke offers getroostten om de kas van het gezelschap, dat zelf zich een dergelijke grote uitgave niet kon veroorloven, van de nodige geldmiddelen te voorzien.

Dankzij de grote en fantastische steun van de inwoners, kon het instrumentarium grotendeels vernieuwd worden en hierbij mag zeker niet onvermeld blijven, de steun van de Gemeente, welke steeds dankbaar aanvaard wordt.

Nu de instrumenten aanwezig waren werden ook de repetities weer trouw bezocht, zodat het ook niet zo heel lang duurde of er was weer o.l.v. de zeer deskundige dirigent, de heer H. v/d Kroonenberg, een zeer behoorlijk peil bereikt.

In 1949 durfde men weer een concours te bezoeken en wel in Vierlingsbeek. Men ging op in de derde afdeling en men behaalde een tweede prijs. Niettemin was dit een goede stimulans om weer de repetities zeer ijverig te bezoeken.

40 jarig bestaan (1950)

In dit jaar werd op grootse wijze het 40 jarig bestaan herdacht.

Het bestuur in de jaren 1950 bestond uit: Zeer eerwaarde heer Pastoor P. Vossen, president, Ant. v/d Bosch, Fr. Huijbers en W. Derks v/d Ven, bestuursleden.

Het 40 jarig bestaan werd op grootse wijze gevierd, getuige het programma uit die dagen:

Op 13 mei: Zaterdag. 7 uur, muzikale wandeling der fanfare, waarna opening in de tent op de feestweide, door de president, Pastoor Vossen.

Op 14 mei: Zondag. Welkomswoord door de president tot de deelnemende gezelschappen aan het festival en aanbieding van de erewijn. Hierna concert door de verschillende verenigingen. Na afloop van het concert (ca 5 uur), dansen tot 10 uur.

Op 15 mei: Maandag. Muzikale wandeling door de jubilerende fanfare, waarna gelegenheid tot dansen tot 10 uur. Dan trekking van de door de fanfare opgezette loterij, waarvoor een zeer groot aantal prachtige prijzen via de Vortumse middenstanders zijn beschikbaar gesteld.

Op deze feesten werden gehuldigd, de heer Köpp, oprichter, de heren L. Gerrits, Ant. v/d Bosch, W. Derks v/d Ven en Fr. Huijbers.

In 1951 nam fanfare St. Cornelius op 4 juni deel aan een festival te Mill.

In 1952 nam de fanfare deel aan verschillende festivals, waaronder andere het festival te Sambeek en het groot internationaal festival in Arcen.

Op 9 mei 1953 komt Mgr. Mutsaerts, bisschop van Den Bosch, de nieuwe Parochiekerk consacreren. Hierbij werkt de fanfare mee d.m.v. een muzikaal onthaal en verschijnt daarbij voor het eerst na de oorlog, uitgedost met nieuwe uniformpetten.

25 juli van dat jaar is een rauwdag voor de Vortumse fanfare. Dan overlijdt te Sambeek, de heer Köpp, oprichter van het gezelschap.

1954 is een zeer succesvol jaar voor Vortums fanfare. Men neemt op 13 juni deel aan een groot internationaal concours te Vechmaal in België. Men gaat op in de derde afdeling en behaalt een dikke eerste prijs. Bovendien moet vermeld worden dat op dit concours de dirigent, de Heer v/d Kroonenberg, de eerste directeursprijs behaalde, wat een uitermate grote prestatie was. Bij terugkeer uit België hingen in Vortum-Mullem de vlaggen uit, en alle inwoners waren zeer uitgelaten op de been om het gezelschap een warm onthaal toe te bereiden.

In 1955 moest de vaandeldrager om gezondheidsredenen zijn functie bij de fanfare neerleggen en moest worden opgenomen in het sanatorium. In ditzelfde jaar ging de fanfare weer naar België op concours en wel in het plaatsje Rutten. Het gezelschap kwam hier uit in de tweede afdeling en behaalde een prachtige eerste prijs. Uit deze prestatie moeten we wel aantippen het prachtige en zeer grote werk wat de Heer v/d Kroonenberg deed voor het gezelschap.

Op 16 en 17 april van dit jaar vond in de “Noodkerk” een groot fancy-fair plaats wat de fanfare organiseerde in samenwerking met de Boerinnenbond. Grote mannen achter de schermen waren bij de organisatie, de heren Th. Jacobs en J. Thissen.

In 1956 nam men op 27 mei voor het eerst deel aan een Bond concours, na de oorlog. Dit in tegenstelling tot de voorgaande zgn. “wilde” concoursen. Men ging naar Budel en behaalde een zeer fraaie eerste prijs.

In het jaar 1959 neemt de heer v/d Kroonenberg ontslag en wordt opgevolgd door de heer A. Deters uit Gennep. In dit jaar, 1959, wordt de fanfare met een tiental jonge leden aangevuld, die een zeer goede vooropleiding genoten hadden bij de heer Ant. Keysers.

 

Gouden jubileum



In het jaar 1960 wordt in de meidagen het grote gouden jubileum gevierd. Dit gebeurt door grootse festivals op zondag 22 mei en 26 mei (Hemelvaart).
 

Bij dit feest zag het bestuur er als volgt uit: Hoofdbestuur: Pastoor Vossen, president, W. Derks v/d Ven, Th. Nelissen en H. Stevens. Dagelijks bestuur: J. Broeder, J. Ronnes en Th. van Bree.

Verder waren op dit feest aanwezig de oud bestuursleden Ant. v/d Bosch, Fr. Huijbers en P. Wientjes. Op dit feest werden 12 jubilarissen gehuldigd, die toen 25 jaar of langer lid waren van de fanfare.

Het waren de heren: W. Derks v/d Ven, 50 jaar lid, Th. Nelissen en J. van Bree, beide 40 jaar lid en de zilveren jubilarissen; H. Ronnes, A. Stiphout, W. Gerrits, Th. van Bree, J. Ronnes, Ant v/d Bosch, J. v/d Krabben, A. Leenders en J. Martens.. Ze werden onderscheiden door Pastoor P. Vossen.

Een uitspraak van Pastoor Vossen, die sinds deze viering bijna historisch geworden is en die niet te miskennen valt voor een goed-draaiende fanfare is: “IEDER NIET-MUZIKANT BEHOORT DONATEUR TE ZIJN”.

S’Avonds was er een vrolijke avond waar ongeveer het hele dorp tegenwoordig was. Na een aanvankelijk stroef begin m.m.v. enkele troubadours uit Groesbeek, zorgde de nu beroemde Bob Vrielinck voor een enthousiast slot. Op 26 mei om 2 uur werd er in de muziekweide geconcerteerd door fanfares en harmoniën uit Afferden, Maashees , Gennep, Milsbeek, Oploo, Holthees, Overloon, Vierlingsbeek, Westerbeek, Stevensbeek, Bergen, Beugen en Sambeek.

In het het jaar 1960 werd er uit de fanfare ook een boerenkapel opgericht die deelnam aan concoursen in Gennep en Overloon en daar resp. een tweede en een eerste prijs behaalde.

In 1961 waren het voor de eerste keer enkele leden van de fanfare die met Carnaval zelf de muziek verzorgden.

Men nam op 11 juni van dat jaar deel aan een bondsconcours te Budel, maar men slaagde er niet in van de vierde naar de derde te promoveren. Dit gebeurde echter wel op het concours in Sambeek, waar men zich plaatste in de derde afdeling.

In 1962 probeerde men in Kerkdriel op 3 juni naar de tweede afdeling te promoveren, maar dat lukte op enkele punten na, niet.


Nieuwe uniformen

Na de bolhoeden uit de jaren ’30 en de uniformpetten uit de jaren ’50 kreeg de fanfare dan op 16 sept. 1962 nieuwe uniformen. Dit gebeurde met veel ceremonieel op een avond in het Parochiehuis. Pastoor Vossen overhandigde de nieuwe uniformen aan de fanfare en na heel wat kleedpartijen in de benepen kelderruimte, verscheen de fanfare in vol ornaat op het podium.

Op 7 okt. ging men op concours te Neerkant, maar ook hier bleven de paar puntjes weg om te promoveren.

In het jaar 1963 nam men deel aan het bondsconcours om de kampioenstitel van de wimpel te Boxtel. En men probeerde nog eens de tweede afdeling te halen in Helvoirt. Ook hier stond vrouwe Fortuna niet aan de zijde van de heer Deters en de zijnen.

In 1964 nam men deel aan het bondsconcours te Druten en men trok naar Düffelward in Duitsland om daar een muziekfeest op te luisteren.

In het jaar 1965 maakte de fanfare, hoe kan het ook anders door al de te verwerken teleurstellingen, een kleine inzinking door.


Drumband

Maar een man die zeker niet stilzat in deze dagen was de heer P. Deenen die het initiatief nam tot oprichting van een drumband. Dit zou een prachtige aanvulling betekenen voor de fanfare.

Na enkele activiteiten in deze jaren, zoals de Dodenherdenking te Overloon en de muzikale inwijding van de Kerk van Pastoor Stevens te Eindhoven, betekent de datum 10 nov. 1968 toch zeker weer een lichtpunt in de geschiedenis van de fanfare. Dan slaagt het gezelschap er namelijk in op het Federatief concours te Cuijk, na nijvere arbeid, o.l.v. de heer Deters, te promoveren naar de tweede afdeling.

Op 6 juni 1969 neemt de heer Deters afscheid van de fanfare en zijn plaats wordt ingenomen door de heer Verhoefs uit Nijmegen.

Wat al een succes genoemd mag worden voor deze nieuwe dirigent is het zeer geslaagde optreden van de fanfare in de St. Corneliuskerk, een optreden bestaande o.a. uit het prachtige stuk “De twaalf rovers”, met als solist de heer W. Willems, dat beloond werd met een hartelijk applaus.

In het jaar 1968, op 7 sept. Word de nieuwe pastoor, de Zeer Eerwaarde Heer Pastoor v/d Munckhof, met medewerking van de fanfare geinstalleerd.

Op 7 sept. 1969 nam het tamboerkorps o.l.v. de heer P. Deenen deel aan een tamboerconcours te Vught. Men kwam uit in de jeugdafdeling en behaalde een fraaie tweede prijs, hetgeen na een paar jaar bestaan een goede prestatie genoemd mag worden.


Hofkapel

Een hoofdstuk apart in het bestaan van de fanfare heeft de laatste tien jaar gespeeld, de nu bekende blaaskapel “De Plekkers”.

In 1960 waren er enkele jongelui die de zaak wel wilden overnemen van de ouderen. Het betrof hier het muziek maken door enkele mensen met Carnaval. Maar de inwoners stonden nogal sceptisch tegenover dit drietal muzikanten dat, ondanks de dus maar zeer beperkte bezetting, probeerde de vaart er in te houden.

In de jaren ’62 – ’63 werd er echter hard gewerkt in de gelederen van de kapel en men breide de zaak uit tot tien man. Niemand in Vortum-Mullem had op dat ogenblik durven denken dat deze “Plekkers” de naam van het dorp in de streek en ver daarbuiten zouden hooghouden. Er werd hard gewerkt, in het begin onder de bezielende leiding van de heer Ant Keijsers, en men nam voor het eerst deel aan een concours in 1964 te Rijkevoort.

Na een jaar noeste pioniersarbeid op het gebied van de kapellenmuziek van de heer Keijsers kwam de leiding in handen van niemand minder dan de heer H. v/d Kroonenberg.



Heythuysen, Hout-Blerick, Melderslo, Sambeek, Nijmegen, Vierlingsbeek, Ravenstein en Siebengewald zijn plaatsen waar de blaaskapel op concours ging en via goede resultaten zijn de heren nu beland in de ere- afdeling. Op het concours in Siebengewald behaalde de blaaskapel zelfs in de hoogste afdeling, de ere afdeling, een eerste prijs met Lof de Jury plus het hoogste aantal punten van het concours. Ook in Melderslo en Sambeek behaalde men eerste prijzen met Lof de Jury. De laatste tijd is enige stilte ontstaan rond de kapel, maar dit is te wijten aan het feit dat een lid om studie redenen even afwezig is maar bovendien heeft de basblazer de militaire dienstplicht pas vervuld, zodat repeteren met een volle bezetting onmogelijk was. Men is echter van plan deel te gaan nemen aan een concours te Heythuyzen, in okt. van dit jaar. Met de leiding van de zeer talentvolle dirigent H. v/d Kroonenberg zal heel hard gewerkt worden om opnieuw een goed resultaat te bereiken.

Bovendien heeft de kapel de laatste tijd de nadruk gelegd op het verzorgen van Beierse en Carnavalsavonden. En op dat gebied was de kapel wel weer druk werkzaam, want het ene contract volgde het andere op. Men kon zelfs in de afgelopen Carnavalstijd de Plekkers op de radio horen.

Nu met het 60 jarig bestaan van de fanfare zal de blaaskapel in de Hoogmis op 10 mei, samen met het koor, de gezangen verzorgen. Belangstellenden zullen zeker deze mis komen bijwonen om de Plekkers te horen.


Huidig bestuur

Als afsluiting van deze historie van fanfare St. Cornelius volgt hier het bestuur zoals het er nu, in 1970, uitziet.

Erevoorzitter: Zeereerwaarde heer Pastoor v/d Munckhof, Voorzitter B. Linders, Leden P. Deenen, J. Ronnes, T. Gerrits, P. Jansen, P, Ebben, J. van Uden, en H. Weyers. En als oudste lid van de fanfare is als oud bestuurslid ook nog aanwezig de heer W. Derks v/d Ven.

Hierbij mag niet onvermeld blijven dat in de jaren ‘60 – ’70 de heren T. Gerrits en W. Willems het voorzitterschap en het secretariaat op zich hebben genomen, voor enkele jaren.

Zo staan we dan aan de vooravond van het 60 jarig bestaan van de fanfare St. Cornelius. Wij wensen het hele gezelschap van deze plaats onze hartelijke gelukwensen en hopen dat dit gezelschap nog vele gunstige jaren mag beleven. Want een fanfare hoort bij een dorp.
 

De Dorpsraad Vortum-Mullem dankt onderstaande sponsoren: